Mijn Volendamse oma werkte in de huishouding in Amsterdam en werd verliefd op een Amsterdamse jongen. Ondanks de vooroordelen vanuit haar familie verloofden zij zich op 14 februari 1938.

Eind jaren ’30 sloot mijn opa zich aan bij het KNIL en zou vertrekken naar Nederlands-Indië. De liefde was zo sterk dat mijn oma haar vertrouwde Volendam verliet, haar klederdracht aflegde, op afstand trouwde als handschoentje en haar hart volgde naar het onbekende Indië. Ze stapte alleen op de boot naar een vreemd land, maar op weg naar haar grote liefde.

In februari 1940, in Tjimahi op Java, werd mijn vader geboren. Het was een tijd van vreugde en trots. Eén van de weinige foto’s die de oorlog heeft overleefd tonen een blond jongetje in de tropenzon dat herinnert aan een gelukkige tijd. Maar dat geluk was van korte duur. De oorlog brak uit en mijn vader belandde samen met zijn moeder en broertje in de verschrikkingen van de Jappenkampen. Zijn vader heeft hij nooit echt gekend; hij stierf in het begin van de oorlog.

Op 15 augustus 1945 capituleerde Japan en eindigde de Tweede Wereldoorlog formeel in het Koninkrijk der Nederlanden. Maar voor de overlevenden was het einde van de oorlog slechts het begin van een nieuw gevecht.

In 1947 keerde mijn oma terug naar Nederland als weduwe met twee kleine kinderen. Nederland was in opbouw en de oorlog in Nederlands-Indië werd nauwelijks erkend. “Jij hebt het niet koud gehad”.

Mijn oma sloot zich emotioneel af, niet in staat haar kinderen volledig te ondersteunen in hun verdriet en het wennen aan een onbekend, kil land.

Mijn vader heeft de verschrikkingen van de oorlog altijd met zich meegedragen, maar hield deze voor ons kinderen verborgen. Naarmate hij ouder werd, kwamen er steeds meer herinneringen naar boven. Het veranderde hem, zijn manier van denken, zijn houding tegenover het leven. Hij zei vaak: de dingen die ik heb gezien en meegemaakt waren zo verschrikkelijk, ik wil jullie daar niet mee belasten. En toch hebben wij het gevoeld.

Hier sta ik: dochter van een oorlogsslachtoffer, behorend tot de tweede generatie. Wanneer ik dit verhaal deel met anderen die ook banden hebben met Nederlands-Indië, voelen we elkaar aan zonder woorden uit te spreken. We weten wat we dragen, wat onuitgesproken blijft. De oorlog leeft in ons voort, zelfs als we die niet zelf hebben meegemaakt. Het zit in ons, onzichtbaar maar aanwezig. Hoe ga jij daarmee om?

In maart 2024 is mijn vader overleden. Na zijn overlijden vertelde mijn moeder dat hij wel het e.e.a. met haar heeft gedeeld over de verschrikkingen tijdens de oorlog en daarna. Ik ben dankbaar dat hun band zo hecht was dat hij dit heeft kunnen doen.

15 augustus: lieve pap, ik neem jouw plek in tijdens de herdenking. Mijn eerbetoon aan jou en aan iedereen die de lasten van die tijd nog steeds met zich meedragen, over generaties heen. Het is een moment van gedeeld verdriet, van erkenning en herkenning zonder woorden.

Heb jij na het lezen hiervan vragen hoe je anders met de belasting van de eerste generatie om kunt gaan?
Heb jij familie die de Tweede Wereldoorlog in Nederlands-Indië heeft meegemaakt?
Voel je je onbegrepen, soms overvallen door emoties en worstel je met gevoelens die je niet kunt verklaren?

Rouw gaat over generaties heen. De heling start bij jou!

Ik weet waar je tegen aan loopt en nodig je uit om contact met me op te nemen als je het heelproces wilt starten.